May 5, 2024

Ik doe iets niet goed


Category: Columns 2024

Dik anderhalf jaar heb ik op mijn nieuwe website moeten wachten.

Wat gebeurt er met een schrijver die een tijd zonder website zit? Juist, de lezers lopen weg.

Een deel van mijn lezers trek ik van Linkedin en Facebook. Op die plekken ben ik in mijn websiteloze periode blijven publiceren, met platte tekst gewoon maar op de platforms geplakt. Daarnaast waren er de trouwe bezoekers van mijn website, en ik publiceerde bij Ervaringswijzer, die alweer een tijd gestopt is met blogs omdat ik als enige schrijver overbleef. Maar de mensen die gewend waren mijn website te openen op zondag, die ben ik kwijt.

Ik moet eerlijk zijn: mijn column ‘Kopen’ trok in een paar dagen vijfhonderd lezers op Linkedin. Een hot topic blijkbaar, iets wat velen interesseert: geld, dat vinden we immers allemaal belangrijk.

Vijfhonderd lezers, in zo’n korte tijd, een absoluut record. Ik maakte in die column ook lezers attent op mijn MOEDmagazines die ze voor een habbekrats konden kopen. Niemand die reageerde. Maar ik werd wel afgestraft, mijn lezersaantal duikelde vanaf dat moment drastisch naar beneden. Is het onoorbaar om te verkopen op Linkedin? vroeg ik mij af.

We zijn even verder. Collageschrijvers hebben inmiddels bekend gemaakt op datzelfde Linkedin dat ze een nieuw boek hebben geschreven en dat het te koop is. Er wordt vaak hartelijk gereageerd.

Moet ik daarom concluderen dat mensen Olga zat zijn? Dat ik slechte columns schrijf? Of moet ik het meer zoeken in de hoek dat er veel minder wordt gelezen en dat de 2 a 3 minuten tijd, die mijn columns vragen, te veel is voor de mensheid van tegenwoordig?

Er zijn mensen die me lezen, dat zijn vaak mensen die niet reageren op mijn artikels. Af en toe krijg ik van iemand te horen dat ik leuke stukjes schrijf. Wanneer ik eens een paar oude columns teruglees, ben ik er tevreden over. Het is zelfs zo, dat als ik een column in een tijdschrift lees, ik vind dat ik dat niveau zeker kan evenaren.

Wat doe ik dan niet goed?

Ik weet het werkelijk niet. Wat ik wel weet is dat ik niet commercieel genoeg ben. Ik had veel meer connecties op Facebook moeten maken, maar ik ben nu eenmaal zo iemand die een ‘vriend’ pas toe laat op Facebook als ik hem persoonlijk ken; hem/haar/die in de gewone wereld heb ontmoet: en niet onbelangrijk: diegene aardig vind! Dat schiet niet op natuurlijk, en vooral niet sinds ik gestopt ben met werken en ik veel minder nieuwe mensen leer kennen.

Verder wil ik niet zo’n schrijver worden die helemaal niet meer reageert op anderen, maar alleen zijn eigen zooi post, omdat hij/zij/die zoveel contacten heeft dat het niet meer bij te houden is.

Mijn nieuwe novelle geef ik weg. Sporadisch verkoop ik er een. Ik heb geen uitgeverij achter me staan en zodoende zal ik nooit een schrijver worden die goed verkoopt (rijk en beroemd). Dat is misschien jammer, maar hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik er vrede mee heb.

Ik moet er niet aan denken om avond aan avond door het land te moeten reizen om voor te lezen aan een handjevol mensen. Die energie heb ik doodeenvoudig niet meer. Maar ook signeren in boekhandels, of met mijn kop op de televisie lijkt me op den duur verschrikkelijk. Radio zou ik één keer leuk vinden. Mijn intrinsiek blieft variatie, niet dat alle dagen op elkaar lijken.

Ik kom op het belangrijkste terug: waarom schrijf ik? Ik ben daar waar het allemaal begon: Ik schrijf omdat ik een innerlijke noodzaak voel. Ik schrijf omdat ik moet.

Als laatste: wat me erg lijkt, is dat als het boek vers van de pers is, mensen hun exemplaar laat signeren, en dan vragen: ‘Wanneer komt de volgende?

’Oh die stress, die druk! Nee, ik niet, dank u!’

Ik doe iets wél goed:

De afgelopen periode heb ik twee doelen bereikt:

1) Met mijn column ‘Eenzame kerst’ heb ik bewezen dat ik overtuigende fictie kan schrijven, gezien de meelevende reacties.
2) Ik heb mensen voor de gek kunnen houden en dat is iets wat ik met graagte doe.

Dank je, lezer!